Standaard voorraadregels bepalen de voorraden voor ieder artikel afzonderlijk, op basis van de verkoop gegevens voor dat artikel. Impliciet wordt daarbij aangenomen dat de verkoop van een bepaald artikel betekent dat een klant specifiek op zoek was naar dat artikel. Echter, dat is lang niet altijd het geval. Er zijn twee hoofdredenen waarom er vraag-substitutie plaats kan vinden. Ten eerste kan een oorspronkelijk beoogd specifiek artikel niet voorradig zijn, zogenaamde tekort-substitutie. Ten tweede kunnen klanten op zoek zijn naar een bepaald type artikel en niet noodzakelijkerwijs 1 specifiek artikel. In dat tweede geval maken zij op basis van prijs en kwaliteit pas in de winkel hun (definitieve) keuze, wat ik vergelijk-substitutie zal noemen. Beide vormen van substitutie hebben effect op de optimale voorraadhoogtes en interessant genoeg gaan die effecten in verschillende richtingen.
Tekort-substitutie
Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat bij toenemende substitutie in geval van tekorten, de optimale veiligheidsvoorraden licht stijgen. Dat is intuïtief als volgt te verklaren. Een hogere veiligheidsvoorraad van een bepaald artikel verhoogt niet alleen de kans op het (direct) voldoen aan de vraag van een klant die specifiek dat artikel zoekt, maar ook de kans dat een substitutievraag direct bediend kan worden. Met andere woorden, een hogere veiligheidsvoorraad van een bepaald artikel verhoogd niet alleen de servicegraad en omzet voor dat artikel, maar ook de servicegraad en omzet voor de groep van soortgelijke artikelen.
Ietwat paradoxaal leiden die extra voorraden dan weer tot minder tekorten en dus minder tekort-substitutie. Doordat deze effecten elkaar dus min of meer opheffen, is de stijging van de optimale voorraadhoogte als gevolg van tekort-substitutie erg gering. Een andere en wellicht de belangrijkste reden voor de geringe stijging is dat niet alle klanten die initieel een specifiek product zoeken, bij een tekort voor een substitutie product kiezen – sommigen zullen het product bestellen wat tot extra afhandel- en bezorgkosten leidt; anderen zullen het artikel elders kopen met omzetreductie tot gevolg.
Vergelijk-substitutie
Substitutie door klanten die niet naar een specifiek artikel zoeken is in dat opzicht minder erg. Immers, zij zullen een artikel kiezen en tevreden de (online) winkel verlaten zolang er iets van hun gading is. Als een grote fractie van de klanten zo winkelt, dan kunnen de veiligheidsvoorraden per artikel flink omlaag. De veiligheidsvoorraad om te zorgen dat 1 uit 2 vergelijkbare artikelen op voorraad is met een bepaalde beoogde servicegraad kan tot bijna 30% lager zijn dan bij het nastreven van dezelfde servicegraad per artikel. Bij 1 uit 3 artikelen loopt de potentiele reductie op naar ruim 40%, en bij grotere groepen is het zelfs nog hoger.
Bovendien is het niet nodig om niet alle servicegraden binnen een groep gelijk te zetten. In plaats kan vooral de veiligheidsvoorraad van dure artikelen met een relatief lage marge vermindert worden, wat kan leiden tot meer verkopen van de meest winstgevende producten. (Zie ook mijn vorige blog over servicegraad per artikel instellen).
Totaal effect
Kortom, tekort-substitutie is een reden om de veiligheidsvoorraad licht te verhogen, terwijl vergelijksubstitutie soms benut kan worden om de voorraden flink te verlagen en relatief meer van de meest winstgevende producten te verkopen. Het totaal effect van substitutie op de (optimale) voorraden hangt dus af van de kans op deze twee typen van substitutie.
Advies
Met name als er groepen artikelen op voorraad houdt waar veel vergelijksubstitutie te verwachten is, dan is het aan te raden om eens goed na te denken over de ingestelde veiligheidsvoorraden. Met name in de detailhandel worden vaak grote assortimenten aangehouden van vergelijkbare producten; diverse merken en daarbinnen weer maten. Denk bijvoorbeeld aan melk in een supermarkt of laptops in een elektronicawinkel. Zoals besproken kunnen standaard instellingen (zeg ieder artikel op 95% servicegraad) in die situaties tot onnodige voorraden en bijbehorende opslagkosten leiden. Bovendien kunnen in de genoemde situaties respectievelijk bederf en risico incourant worden verlaagd. Reden genoeg dus om er eens over te brainstormen binnen uw bedrijf. Idealiter nemen niet alleen logistiekelingen maar ook marketeers en budgethouders deel aan zo’n discussie, want het onderwerp past perfect in de bredere ontwikkeling van veel bedrijven om ‘sales and operations management’ gezamenlijk te bekijken.
Referentie
Voor een recent overzicht van wetenschappelijke bijdragen rondom substitutie kunnen geïnteresseerden terecht in het hieronder genoemde artikel. Helaas kan ik dit niet verstrekken maar het is te koop via de website van Science Direct. De hierin besproken methoden zijn nogal technisch en niet eenvoudig te implementeren. Helaas zijn er naar mijn weten nog geen eenvoudige benaderingen ontwikkeld – wellicht een mooie kans voor wetenschappers en consultants, samen met bedrijven?
[1] Hojung Shin, Soohoon Park, Euncheol Lee, W.C. Benton; A classification of the literature on the planning of substitutable products; European Journal of Operational Research, Volume 246, Issue 3, 2015, pagina 686-699.
Vragen of suggesties
Heeft u vragen of suggesties over dit artikel of vragen aan Ruud Teunter? Stuur een mail naar Harm Beerens, content & community manager van het IMCC: h.beerens@imcc.nl
Login om te reageren op dit artikel